ESMOLOLLaatste bijwerking : 2022.06.17 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | check III | check III | check III | check III | check III | |
geen info | geen info | geen info |
Enerzijds zijn de codes gebaseerd op de klasse-effecten van betablokkers. Anderzijds moet rekening gehouden worden met de specifieke omstandigheden waarin esmolol wordt gebruikt (intraveneuze toediening gedurende maximum 24 uur).
Er zijn geen onderzoeken uitgevoerd naar het effect van esmolol op de vruchtbaarheid [SKP Esmocard 03 2018].
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van esmolol bij zwangere vrouwen [SKP Esmocard 03 2018] [LAREB 06 2022]. Bij gebruik tijdens de zwangerschap kunnen bij foetus o.a. optreden hypotensie, hypoglykemie en bradycardie. Er worden individuele gevallen gerapporteerd die deze effecten bevestigen. Ondanks de korte halfwaardetijd werden toch blijvende effecten op de foetus gemeld [Briggs].
Dierexperimenteel:In dieronderzoek is geen teratogeen effect waargenomen. Bij konijnen is een embryotoxisch effect waargenomen (toename van foetale resorptie) dat waarschijnlijk veroorzaakt is door esmolol. Dit effect is waargenomen bij doses die minstens 10 keer hoger lagen dan de therapeutische dosis [SKP Esmocard 03 2018].
Tweede trimester:Groeivertraging met bètablokkers was meer uitgesproken wanneer de behandeling vroeg in het tweede trimester werd opgestart (zie "Klasse-tekst").
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Zie tweede trimester.
Dierexperimenteel:Er zijn geen onderzoeken bij dieren uitgevoerd naar het effect van esmolol op de peri- en postnatale gevolgen [SKP Esmocard 03 2018].
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Bij gebruik tijdens partus kunnen bij neonaat o.a. nog optreden hypotensie, hypoglykemie, ademhalingsproblemen en bradycardie (zie "Klasse-tekst"). Een observatieperiode van minimum 24 tot 48 uur is aangewezen voor de baby [Briggs].
Dierexperimenteel:Er zijn geen onderzoeken bij dieren uitgevoerd naar het effect van esmolol op de peri- en postnatale gevolgen [SKP Esmocard 03 2018].
Opvolging :Er is een verhoogd risico op cardiale en pulmonaire verwikkelingen bij de neonatus in de post-natale periode (zie “Klasse-tekst”).
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L3
Het is niet bekend of esmolol hydrochloride/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden [SKP Esmocard 03 2018]. De heel korte halfwaarde eliminatietijd, een bijna volledige hydrolyse in 30 minuten [Hale], en het exclusief IV-gebruik bij strikte indicaties beperken het belang van esmolol tijdens de borstvoeding [Briggs].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke informatie beschikbaar. Tot nog toe werd geen invloed op de vruchtbaarheid gemeld.
Geen specifieke informatie beschikbaar. Tot nog toe werd geen invloed op de vruchtbaarheid gemeld [SKP Esmocard 03 2018].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
[Lecrat] : CRAT - Centre de référence sur les agents tératogènes chez la femme enceinte (lecrat.fr) https://www.lecrat.fr
Volgens LAREB en LECRAT, verdienen labetalol en metoprolol de voorkeur indien tijdens zwangerschap een betablokker moet worden aangewend. Er zijn geen aanwijzingen voor een hoger risico op aangeboren afwijkingen met bètablokkers [LAREB 06 2022][LECRAT 06 2022].
Er worden meer dan 300 gevallen gerapporteerd met bisoprolol (cardioselectief) tijdens het eerste trimester zonder verhoogde incidentie van afwijkingen. Zie ook de specifieke monografie [NVDR].
Groeivertraging en gewichtreductie werden met het gebruik van bètablokkers geassocieerd. Groeivertraging was meer uitgesproken wanneer de behandeling vroeg in het tweede trimester werd opgestart. Wanneer enkel in de 3de trimester behandeld, leed vooral het placentagewicht er onder.
Bètablokkers die toegediend worden op het einde van de zwangerschap, kunnen aanleiding geven tot bradycardie, hypoglykemie en cardiale of pulmonale complicaties bij de foetus/pasgeborene. Daarom is het aanbevolen om de pasgeborene de 3 a 5 eerste levensdagen nauwgezet op te volgen (hartfrequentie – glykemie) in een gespecialiseerde eenheid.
Bètablokkers kunnen de placentaire doorbloeding verminderen, wat kan leiden tot intra-uterien foetaal overlijden, immature en premature bevallingen.
Met borstvoeding bestaat er een risico op bèta-blokkade met bradycardie, tachypnea en hypotensie.
is een verhoogd risico op cardiale en pulmonaire verwikkelingen bij de neonatus in de post-natale periode [Briggs][LAREB].
Geen specifieke informatie beschikbaar.